Peiling : N-VA blijft grootste, maar zakt onder 30 procent

Een constante in de peilingen: de N-VA blijft de grootste partij in het Nederlandstalige kiesgebied. Maar de steile opmars van de voorbije jaren in de peilingen lijkt te zijn gestopt, en zelfs gekeerd.

Een jaar geleden klom de partij van Bart De Wever in de VRT-peiling van september 2012 nog naar een hoogtepunt van 36,3 procent. In mei 2013 kromp dat cijfer tot 32 procent, in de nieuwe peiling houdt de N-VA nog 27,9 procent over en duikt ze dus weer onder de 30 procent, waarmee ze opnieuw op het niveau zit van de federale verkiezingen van 2010.

Het virtuele succes - de goede resultaten in de peilingen - dat de partij de voorbije jaren had opgebouwd, lijkt daarmee in deze peiling weer verdwenen te zijn. En de kloof met de andere partijen is, in vergelijking met de vorige peilingen, opnieuw wat kleiner geworden.

De duidelijke daling van de N-VA in onze peilingen levert in de eerste plaats winst op voor de regeringspartijen CD&V en Open VLD. De christendemocraten komen in deze peiling op 19 procent uit, 1,5 procent boven het verkiezingsresultaat van 2010 en een beter resultaat ook dan in de vorige peilingen. CD&V blijft de op één na grootste partij in Vlaanderen.

Ook coalitiepartner Open VLD lijkt wat te profiteren van de terugval van de N-VA. De liberalen hebben in de peilingen lang geflirt met de symbolische grens van 10 procent, maar komen nu uit op 13,8 procent, vergelijkbaar met hun score bij de verkiezingen in 2010 (14 procent).

De derde Vlaamse regeringspartij, de SP.A, is de enige regeringspartij die zowel in vergelijking met de vorige peilingen als in vergelijking met de verkiezingen van 2010 achteruit gaat. De Vlaamse socialisten halen 13,4 procent. Bij de verkiezingen in 2010 haalden ze 14,9 procent. De SP.A moet daardoor Open VLD nipt laten voorgaan als derde partij in Vlaanderen.

Na het koppel Open VLD-SP.A - beide rond de 13 procent - scoren twee partijen rond de 10 procent. Vlaams Belang komt uit op 10,6 procent, bij de verkiezingen in 2010 was dat 12,6 procent. Groen haalt 10 procent, voor het eerst in heel lange tijd krijgt de partij daarmee dubbele cijfers achter haar naam.

Tot slot haalt de PVDA een score van 3,9 procent. Bij onze vorige peiling, in mei 2013, werd voor het eerst gepeild naar de intentie om op de PVDA te stemmen. De partij haalde toen een score van 2,5 procent en doet het in deze peiling dus wat beter.

LDD blijft ook in deze peiling onder het verkiezingsresultaat van 2010 (3,7 procent) en haalt nu 1,3 procent.

Alles overschouwd lijkt de uitslag van deze peiling sterk op die van de verkiezingen in 2010. Groen en PVDA maken de grootste sprong. De andere partijen schommelen zowat rond het resultaat van toen.

De federale regering lijkt steeds meer vertrouwen te krijgen van de ondervraagde Vlamingen. Voor het eerst sinds de start van de regering-Di Rupo heeft meer dan 50 procent er vertrouwen in. Elio Di Rupo (PS) en zijn ploeg halen een score van 52 procent, een stijging van 7 procent in vergelijking met de vorige peiling.

Ook Di Rupo zelf krijgt meer steun. 60 procent van de ondervraagde Vlamingen zegt vertrouwen in hem als premier te hebben, ook hier een stijging van 7 procent in vergelijking met de vorige peiling in mei en zijn beste score in onze peilingen sinds hij premier is.

Ook de Vlaamse regering blijft het vertrouwen van de ondervraagde Vlamingen genieten. De regering-Peeters scoort 70 procent, een stijging van 5 procent in vergelijking met de peiling in mei.

De Vlamingen lijken Kris Peeters (CD&V) ook nog steeds te smaken als minister-president. 73 procent heeft vertrouwen in hem als Vlaamse regeringsleider, een vergelijkbare score met de vorige peiling (72 procent). De populariteit van Peeters vertaalt zich ook in de rangschikking van de populairste politici en de keuze van de Vlamingen voor de volgende premier en minister-president. (vrt)