Mochten er vandaag verkiezingen zijn, dan zou de N-VA onbetwist als de grootste Vlaamse partij uit de bus komen. Volgens de peiling van de VRT en De Standaard overschrijdt ze de grens van 30 procent moeiteloos. Groen haalt de grens van 10 procent. CD&V en Open VLD halen relatief goede punten, maar niet op elk niveau, terwijl Vlaams Belang wegzakt richting kiesdrempel.

 

Omdat we op 25 mei de moeder aller verkiezingen hebben, met  verkiezingen op zowel federaal, regionaal als Europees vlak, hebben de VRT en De Standaard een peiling laten uitvoeren naar de kiesintenties op de drie niveaus. Dat levert enkele opvallende verschillen op, en daar bestaan een aantal mogelijke verklaringen voor.

Het meest in het oog springt de bevraging naar de kiesintenties voor de Kamer, al is het maar om dat die het best vergelijkbaar zijn met de vorige peilingen en dus het beste beeld geven van de evolutie van de kiesintenties.

De N-VA zou voor de Kamer 32,2 procent scoren. Dat is nog niet de 36,3 procent die de partij nog in 2012 scoorde, maar toch opmerkelijk beter dan de 27,9 procent van de peiling van oktober 2013 en de 28,2 procent van de federale verkiezingen van 2010.

CD&V doet het niet zo goed met 16,4 procent. Dat minder dan de verkiezingsscore van 17,6 procent, en zeker minder dan de 19 procent van de vorige peiling. De christendemocraten slagen er blijkbaar niet echt federaal uit de verf te komen.

De Vlaamse liberalen doen dat wel, en dat heeft mogelijk te maken met de populaire figuur van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Maggie De Block. Open VLD gaat iets vooruit in vergelijking met 2010: 15,1 procent tegenover 14 procent.

Van het rode front geen opvallend nieuws. De SP.A haalt 14,3 procent. Dat is een weinig meer dan bij de vorige peiling en iets minder dan bij de vorige federale verkiezingen. De socialisten lijken nu al zo'n drie jaar op het zelfde niveau te blijven hangen.

Bij Groen is er reden tot enige euforie, want de partij blijft boven de grens van 10 procent. De bomen groeien zeker niet tot in de hemel, maar Groen scoort toch veel beter dan de 7,1 procent van 2010.

Vlaams Belang incasseert rake klappen. De extreemrechtse partij zou nog amper 6,8 procent van de kiezers kunnen bekoren. Flink wat minder dan de 10,6 procent van de laatste peiling en bijna een halvering tegenover het resultaat van 2010. De tijden van de zwarte zondagen blijken achter de rug: Vlaams Belang zakt weg richting kiesdrempel.

Die kiesdrempel zal mogelijk ook Jean-Marie Dedecker tegenhouden, want diens LDD zou nog amper 2,3 procent scoren. LDD lijkt veroordeeld tot de rol van een regionale West-Vlaamse partij. Dat laatste geldt mogelijk ook voor Peter Mertens en zijn PVDA in Antwerpen, die eveneens blijven hangen bij 2,3 procent. Dat iets minder dan de 3,9 procent van de laatste peiling.

Peeters piekt, maar lang niet genoeg

Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) profileert zich als het boegbeeld van Vlaanderen, en dat blijkt zijn partij op Vlaams niveau stemmenwinst op te leveren. CD&V zou 20 procent scoren voor het Vlaams Parlement, aanzienlijk meer dan de 15,8 procent op federaal niveau. Is er hier sprake van een Peeters-effect, of blijft CD&V te onzichtbaar op federaal niveau?

In elk geval moet Peeters ook op Vlaams niveau de N-VA laten voorgaan. De Vlaams-nationalisten halen een comfortabele 33,2 procent, een iets hogere score dan die voor de Kamer. Het lijkt dus erg waarschijnlijk dat de N-VA aan zet komt voor de volgende Vlaamse regering en aan één coalitiepartner genoeg heeft, als ze tenminste kiest voor CD&V.

Op Vlaams niveau staat de SP.A op de derde plaats met 14,5 procent, maar dat lijkt vooral te wijten aan het feit dat Open VLD op Vlaams vlak met 12,7 procent opvallend slechter scoort dan op federaal vlak. Een gevolg van een te onopvallende oppositiekuur?

Ook Groen scoort met 9,1 procent iets minder dan op federaal vlak. Vlaams Belang volgt de neerwaartse trend van op federaal niveau, en de scores van partijen zoals PVDA en LDD zijn te verwaarlozen.

Klauwt de leeuw ook Europees?

Ook voor de Europese verkiezingen komt de N-VA met lijsttrekker Johan Van Overtveldt als overwinnaar uit de bus. De N-VA zou 27,3 procent van de stemmen voor het Europees Parlement binnenrijven. Toegegeven: hier blijft de partij onder de de 30 procent, maar ruim 27 procent is een monsterscore in vergelijking met de 9,88 procent van de Europese verkiezingen 2009.

CD&V is op zoek naar een nieuw elan nu de partij niet meer kan rekenen op trekpaard Jean-Luc Dehaene. Met Marianne Thyssen als kopvrouw zouden de Vlaamse christendemocraten 19 procent halen. Dat is aanzienlijk minder dan de 23,26 procent van 2009, maar wel iets beter dan de federale 16,4 procent.

Open VLD kan wel rekenen op boegbeeld Guy Verhofstadt. Met de oud-premier als kopman zouden de Vlaamse liberalen 16,7 procent halen, opmerkelijk beter dan de Vlaamse en federale scores, maar toch wel minder dan de 20,56 procent van 2009. Het Verhofstadt-effect lijkt nog altijd te werken, zelfs nu de oud-premier actief is in het relatief onbekende Europees.

Voor de andere partijen worden de tendensen van het federale en het Vlaamse niveau bevestigd. Een klein verlies tot status quo voor de SP.A, winst voor Groen, een halvering van Vlaams Belang en LDD en PVDA.

De peiling is afgenomen in de periode 7-19 april bij 1.030 personen wonend in Vlaanderen. 4,9 procent van de ondervraagden heeft geen uitgebrachte stem aangegeven.

Door de peilen naar het stemgedrag voor de verschillende beleidsniveaus komen er - beperkte - verschillen naar boven bij de kiesintenties. Een eenduidige verklaring daarvoor is er niet. Het zou erop kunnen wijzen dat het publiek inderdaad goed weet welke politicus actief is op welk niveau, maar voor hetzelfde geld straalt de populariteit van een bepaalde politicus af op zijn partij, of net niet. (vrt)