In Vlaanderen zou de N-VA de grootste partij worden, met 32,8 procent van de stemmen. Dat is 0,6 procent meer dan in de peiling van februari, en 4,9 procent meer in vergelijking met de verkiezingen van 2010.

CD&V en SP.A boeren verder achteruit met respectievelijk 16,9 en 13,6 procent (-0,7 en -1,0 procent in vergelijking met februari.

Open VLD lijkt weer iets op te veren met 13,5 procent, 0,7 procent meer dan in februari. Vlaams Belang zakt onder de 10 procent, terwijl Groen en PVDA (4,1 %) lichte vooruitgang boeken. LDD zou nog amper 0,2 procent halen.

In Brussel is de MR de grootste partij. De Franstalige liberalen zouden 20,2 procent halen (-1,6 procenten tegenover februari. Ook de andere traditionele partijen zouden achteruitgaan: de PS zou 17,6 procent halen (-0,5), CDH 11,6 procent (-0,9), het FDF 8,3 procent (-20,1), Ecolo 8 procent (-2,1). De Vlaamse partijen blijven een randfenomeen in Brussel, ook de N-VA met 2,1 procent. Opvallend in de hoofdstad is de goede score van de extreemlinkse eenheidslijst PTB-GO!/PVDA: 7,2 procent.

In Wallonië doet de PS het met 29,3 procent 1,3 procent beter dan in februari, maar de Franstalige socialisten blijven nog altijd ver onder hun verkiezingsscore van 37,6 procent. De MR verliest weer wat terrein tegenover februari en belandt op 22,6 procent, iets hoger dan de verkiezingsscore van 2010. Ecolo en CDH doen het slechter dan in 2010, terwijl PTB-GO! (PVDA in Walloniê) het erg goed doet met 8,1 procent. (rtbf)