Donderdagnamiddag kreeg Herman Van Rompuy president van Europa in het gemeentehuis uit handen van burgemeester Marcel Bellens de oorkonde van ereburgerschap van Olen. De EU-President was bijzonder dankbaar, vooral ook omdat z'n vader zaliger professor Vic een attent dankwoord kreeg. Vic Van Rompuy heeft in de jaren 50 een belangrijke bijdrage geleverd aan de economische ontplooiing van de Kempen en dus ook van Olen : de inplanting van industrie, de snelweg en het Albertkanaal.
Iedere schepen mocht een typisch Olense attentie overhandigen. Herman Van Rompuy toonde zich bijzonder fier en dankbaar.
De integrale toespraak van burgemeester Marcel Bellens :
'Geachte voorzitter van de Europese raad, president van Europa.
Het is bijna 500 jaar geleden dat wij een man van uw aanzien mochten ontvangen in Olen. Met name Keizer Karel.
Ik weet niet of u een beetje vertrouwd bent met de legenden van Keizer Karel en de boeren van Olen, maar voor ons was dit in de basisschool een vast onderdeel van onze vaderlandse geschiedenis. Waarschijnlijk werd dit pakket in Etterbeek wel anders onderwezen.
Destijds werd keizer Karel door de gemeenteraadsleden ontvangen met rijstpap. Wees gerust we gaan dit zeker niet overdoen. De melk of pap hebben we moeten afvoeren omwille van de Europese regulering. En de rijst zal straks bij uw bezoek aan Mars nog voldoende aan bod komen.
Maar nu ernstig.
Waarom keurde onze gemeenteraad eenparig het voorstel goed om het ereburgerschap van onze gemeente toe te kennen aan Herman Van Rompuy? Wat heeft Herman Van Rompuy voor onze gemeente betekent? Terecht stelden ongetwijfeld vele burgers zich verrast door dit nieuws deze vragen.
Wij zouden daarop kunnen antwoorden dat Herman Van Rompuy als staatsman grote verdiensten heeft voor ons land en dus ook voor onze gemeente. In september 1993 werd hij minister van begroting en vicepremier in de regeringen Dehaene I en II. Hij zorgde voor de sanering van de nationale financiën zodat België voldeed aan de Maastricht-norm om te kunnen deelnemen aan de lancering van de euro. In 2004 kreeg hij van de koning de titel van Minister van Staat. In 2007 werd Herman Van Rompuy aangesteld als Kamervoorzitter. Einde 2008 deed de koning beroep op hem om na de val van de regering Leterme I een nieuwe federale regering te vormen. Op 30 december 2008 legde hij als premier de eed af bij de Koning. In minder dan één jaar zorgde de premier, ondanks de zware financiële crisis, met zijn 'rustige standvastigheid' voor stabiliteit in de moeilijke Belgische politiek. Verdiensten genoeg voor de burgers en de gemeenschap om te verantwoorden waarom onze kleine maar bloeiende en boeiende gemeente aan Herman Van Rompuy het ereburgerschap toekende en hem hier vandaag huldigt.
Als eerste minister werd hij in 2009 niet alleen binnen zijn eigen partij en land, maar ook door collega's in het buitenland gerespecteerd. In november 2009 werd hij door hen eenparig gekozen tot de eerste voorzitter van de Europese raad. Het is in die functie dat de gemeente Olen vandaag trots Herman Van Rompuy ontvangt en hem als eerste president van Europa het ereburgerschap van Olen heeft toegekend.
Dit is geen ereburgerschap ter ere van een persoon, maar het staat in de eerste plaats voor de vredespolitiek van de Europese Unie. Het comité dat de Nobelprijs voor de Vrede verleden jaar toekende aan de Europese Unie heeft terecht die verdienste in haar motivatie en laudatio onderstreept en naar waarde weten te schatten. Met fierheid zagen wij u, mijnheer de president, in december in Oslo, samen met commissievoorzitter Barroso, de prestigieuze Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst nemen.
Met het toekennen van het ereburgerschap willen wij duidelijk maken dat niet alleen dit prestigieus comité maar ook een bescheiden gemeente als de onze, grote waardering opbrengt voor het onschatbare vredeswerk. Via u, mijnheer de president, huldigen wij vandaag de Europese Unie, die na de alles verwoestende Tweede Wereldoorlog een duurzame vrede heeft gebracht voor West-Europa in het algemeen en voor België in het bijzonder. Laat het terzelfder tijd natuurlijk ook een blijk zijn van oprechte waardering voor het eervolle maar ook moeilijke werk dat u zelf sinds november 2010 als voorzitter van de Europese raad voor uw medeburgers presteerde en nog elke dag presteert in zeer moeilijke politieke en economische omstandigheden.
Onze geschiedenislessen handelden vroeger hoofdzakelijk over de talrijke oorlogen die doorheen de eeuwen Europa en vooral ons land teisterden zoals de Guldensporenslag, de Opstand in de Nederlanden en de Boerenkrijg. Volgend jaar herdenken we de 'Groote Oorlog' terwijl de Tweede Wereldoorlog ongeveer 70 jaar geleden eindigde.
Onze huidige raadsleden kunnen zich nauwelijks nog voorstellen dat hun ouders en grootouders geboren tussen 1900 en 1944, minstens één en sommigen zelfs twee keer de dramatische verwoesting van ons land hebben meegemaakt. Zij moeten hun grootouders ondervragen om te weten wat een oorlog werkelijk betekende. Hoe een oorlog een mensenleven grondig veranderde en in het slechtste geval zelfs het einde betekende van een jong leven. Om te weten dat in vredestijd zonen hun vaders maar in oorlogstijd vaders hun zonen begraven. Om te weten dat alleen in vrede economische welvaart mogelijk is.
Vrede is voor onze generatie een doodgewone, zelfs alledaagse zaak geworden. Oorlogen lijken een ver van mijn bed fenomeen, iets voor de geschiedenisboeken. Gelukkig is de overgrote meerderheid van de aanwezigen vandaag nooit persoonlijk met de verschrikkingen van een oorlog geconfronteerd. Als burger realiseren wij ons veel te weinig dat deze toestand van permanente vrede sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog in grote mate te danken is aan de Europese Unie en haar voorgangers. Dat landen als Frankrijk en Duitsland, die eeuwenlang met elkaar gevochten hebben (1870, 1914, 1940) nu economisch en politiek samenwerken in Europees verband. Een halve eeuw geleden moesten wij aan de Nederlandse grens stoppen telkens wanneer wij met onze kinderen naar de Efteling reden.
Nu merken wij nog nauwelijks deze grens en betalen ons inkomticket tot het pretpark met euro's. Vijfentwintig jaar geleden konden wij ons niet voorstellen dat wij achter het toenmalige IJzeren Gordijn een zusterstad zouden hebben. Vandaag verbroederen wij met de burgers van het Poolse Bialogard, ontvangen hier hun senioren en stellen wij daar de inzendingen van onze jaarlijkse cartoonwedstrijd tentoon. Ook dat is vrede en Europese samenwerking die wij te danken hebben aan de Europese Unie.
Deze Europese vrede en internationale solidariteit is, volgens onze gemeenteraad, een meer dan voldoende argument om het ereburgerschap van Olen symbolisch toe te kennen aan de voorzitter van de Europese Unie, de president van Europa Herman Van Rompuy. Via hem brengen wij trots hulde aan allen die droomden van een continent dat in vrede zou leven en aan al degenen die deze droom ook nu elke dag deze permanente vredesopdracht willen realiseren. Ook nu kan de oorlog immers akelig dichtbij komen. Denk aan de jarenlange oorlog in de jaren tachtig en negentig van de voorbije eeuw aan de buitengrenzen van de Europese Unie in het voormalige Joegoslavië of aan de verschrikkelijke burgeroorlog op dit ogenblik in Syrië.
Besluiten we met een persoonlijke noot: via uw ereburgerschap willen wij vandaag ook hulde brengen aan uw vader professor Vic Van Rompuy. Weinigen weten dat hij als economist een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de economische ontplooiing van de Kempen in het algemeen en onze gemeente in het bijzonder. Hij maakte immers in 1957 de eerste grondige regionaal-economische studie over het arrondissement Turnhout.
De resultaten van zijn diepgaande onderzoek vormden enkele jaren later het wetenschappelijk fundament voor de regionale ontwikkelingspolitiek van de regering Gaston Eyskens in het begin van de jaren zestig. Het betekende de start van de industriële en economische opgang van onze streek. Talrijke binnen- en buitenlandse ondernemingen, waaronder de Mars fabriek die we straks gaan bezoeken, kwamen zich de volgende decennia vestigen op onze Olense industrieterreinen rond het Albertkanaal en langs de nieuwe autosnelweg en maakten van Olen een bloeiende gemeente. Dit was een niet te onderschatten mate de verdienste van uw vader.
Ten slotte mijnheer de president: u weet dat uw illustere voorganger Keizer Karel in de zestiende eeuw minstens drie maal onze mooie gemeente heeft bezocht, getuige daarvan de drie oren aan onze legendarische pot. Wij hopen dat uw komst vandaag naar onze gemeente geen eenmalige gebeurtenis zal zijn. Wij hopen oprecht dat wij nog vaak de eer zullen hebben om u samen met uw echtgenote, als ereburger in Olen te mogen verwelkomen om zoals Keizer Karel samen met onze Olense burgers een stevige Olense 'drie-orenpot' te ledigen.
Ik dank u.'