Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.

Tinne Van der Straeten : 'Groen licht voor oppervlaktebergingsinstallatie radioactief afval in Dessel'

NIRAS

NIRAS, verantwoordelijk voor het beheer van radioactief afval in België, gaat in Dessel het laag- en middelactieve kortlevende afval veilig en voorgoed bergen in een oppervlaktebergingsinstallatie.

De toekomstige oppervlaktebergingsinstallatie in Dessel biedt een veilige en definitieve oplossing voor het laag- en middelactieve kortlevende afval in België. Dit type afval heeft na driehonderd jaar het grootste deel van zijn radioactiviteit verloren en heeft ook een lagere stralingsactiviteit dan het hoogactieve afval.

Daarom komt het in aanmerking om bovengronds geborgen te worden.

De bergingsinstallatie zal gebouwd worden in de nucleaire zone op het grondgebied van Dessel, vlak bij
de grens met de gemeente Mol. Het is de eerste keer dat in ons land een bergingsinstallatie voor
radioactief afval gebouwd wordt. Eerder dit jaar werd het selectieproces voor de aannemer(s) opgestart,
bedoeling is dat de bouwwerken in 2024 starten. Het eerste radioactieve afval zal dan binnen enkele
jaren geborgen kunnen worden.

Marc Demarche, directeur-generaal NIRAS: “De uitreiking van de nucleaire vergunning is een belangrijke mijlpaal voor het beheer van radioactief afval op lange termijn. Zo zal de oppervlaktebergingsinstallatie in Dessel een veilige oplossing bieden voor het laag- en middelactieve kortlevende afval van heel het land.”

De nucleaire vergunning

"Om een dergelijke bergingsinstallatie te bouwen en te exploiteren is een nucleaire oprichtings- en exploitatievergunning nodig. Deze werd uitgereikt met het koninklijk besluit van 16 mei 2023. Dat  gebeurde na controle en beoordeling van de vergunningsaanvraag door de Wetenschappelijke Raad, een onafhankelijk orgaan van experts bij het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC).

De nucleaire vergunning legt de voorwaarden vast waaraan voldaan moet worden om de bergingsinstallatie in Dessel te mogen bouwen en exploiteren.

Om die vergunning te krijgen, moest NIRAS eerst de veiligheid van de berging aantonen. Hiervoor heeft NIRAS alle nodige technische en wetenschappelijke argumenten gebundeld in een veiligheidsrapport. Bij dit rapport horen ook heel wat ondersteunende documenten zoals studies en plannen, die samen het veiligheidsdossier vormen.

Dat is een lijvig werkstuk van meer dan twintigduizend pagina’s waarin NIRAS tot in het kleinste detail aantoont hoe de veiligheid van de berging verzekerd wordt en hoe mens en milieu afdoende beschermd zullen zijn, zowel op korte als lange termijn.

De randinfrastructuur

Naast het werk aan het veiligheidsdossier, realiseerde NIRAS de randinfrastructuur op de bergingssite. Concreet gaat het over drie installaties die dienen om het afval klaar te maken voor en over te brengen naar de bergingsinstallatie.

In de caissonfabriek worden betonnen kisten (caissons) geproduceerd. Deze caissons worden vervolgens gevuld met het afval in de Installatie voor de productie van monolieten (IPM), waarna ze worden afgesloten en opgevuld met mortel. Zo ontstaan de monolieten die bestemd zijn voor de bergingsinstallatie.

Tot slot is er ook nog de toegangscluster, van waaruit de operatoren de trolleys besturen die deze monolieten een per een van de IPM naar de bergingsinstallatie zullen brengen.

Tinne Van der Straeten, minister van Energie : 'Belangrijke stap voor de bouw van de oppervlakteberging van laag- en middelactief en kortlevend radioactief afval'

Tinne Van der Straeten, minister van Energie: “Dit is nu een belangrijke stap voor de bouw van de oppervlakteberging van laag- en middelactief en kortlevend radioactief afval, en een erkenning van het werk van NIRAS en het FANC.

Het participatieve proces dat momenteel door de Koning Boudewijnstichting wordt georganiseerd voor de berging van hoogradioactief en/of langlevend radioactief afval is een grootschalige replica van het participatieve proces voor de oppervlakteberging van laag- en middelactief en kortlevend radioactief afval dat uiteindelijk geleid heeft tot de locatiekeuze op de grens tussen Mol en Dessel, en dat ook nu nog verdergaat, waarvan het bezoekers- en ontmoetingscentrum Tabloo een goed voorbeeld is.

Een project dat laat zien hoe belangrijk het is om burgers bij dit soort beslissingen te betrekken.”

Pierre-Yves Dermagne, vice-eersteminister en minister van Economie en Werk: “Eerst en vooral wil ik de kwaliteit van het werk van NIRAS loven, dat verantwoordelijk is voor het beheer van radioactief afval in België. Het is dankzij hun inbreng dat de nucleaire vergunning werd verkregen, wat de weg vrijmaakt voor een oplossing voor het Belgische laag- en middelactief kortlevend afval.

Daarnaast waardeer ik de doeltreffendheid van de lokale partnerschappen die hebben bijgedragen tot het slagen van dit project.”
Een participatief project In 1998 besliste de federale regering dat het onderzoek naar een geschikte bergingslocatie voor laag- en
middelactief kortlevend afval via een participatief traject moest gebeuren.

Onder andere de buurgemeenten Dessel en Mol waren bereid om met NIRAS een eventueel bergingsproject te onderzoeken. Beide gemeenten spraken zich na een vijftal jaar onderzoek positief uit en bepaalden hun maatschappelijke voorwaarden.

In 2006 hakte de federale regering de knoop door: de oppervlakteberging zou in Dessel komen, op een terrein dat grenst aan de gemeente Mol. De regering stelde ook dat de maatschappelijke voorwaarden van beide partnerschappen gerealiseerd moesten
worden. 

Marc Demarche, directeur-generaal NIRAS: “Meer dan twee decennia lang hebben bewoners van Dessel en Mol - via hun respectievelijke partnerschappen STORA en MONA - hun vrije tijd en energie geïnvesteerd in het bergingsproject. Ze hebben zich verdiept in de materie, expertise opgebouwd en zijn in overleg gegaan met onze specialisten. Die betrokkenheid heeft het verschil gemaakt. Zo hebben de bewoners mee het bergingsproject uitgetekend en verbeterd. Ze hebben ook de meerwaardeprojecten
bepaald om de bergingsinstallatie te aanvaarden, waaronder het innovatieve bezoekerscentrum Tabloo.”

Over NIRAS

NIRAS, de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen, is sinds haar oprichting in 1980 belast met het veilige beheer van radioactief afval in België. Haar opdracht bestaat erin de bevolking en het milieu doeltreffend te beschermen tegen de mogelijke gevaren van radioactief afval.  Foto NIRAS.

www.niras.be
 

NIRAS Dessel

NIRAS Dessel

NIRAS Dessel

NIRAS Dessel

NIRAS

Deel dit artikel