Het college van burgemeester en schepenen neemt het volgende standpunt in bij het project tramlijn Heist-op-den-Berg. Een zeer gedetailleerd overzicht.



Burgemeester Luc Vleugels (CD&V) : 'Gelet op  het feit dat er recent zwaar bespaard werd en tal van verbindingen in onze gemeente werden afgebouwd. De timing van de publicatie van de kennisgevingsnota m.b.t.  dit project is dan ook merkwaardig.Bovendien heeft onze gemeente eerst en vooral goede verbindingen nodig tussen de verschillende kernen en het centrum en het station.

Tot op heden heeft De Lijn met de organisatie van de belbus dit nog altijd niet kunnen realiseren. Daarenboven is de beloofde beterschap inzake de reserveringen om de belbus  te kunnen nemen, nog steeds ondermaats.
 
-Gelet op het feit dat uit het vervoersgedrag van onze bewoners blijkt dat men er eerder behoefte is tot het ontwikkelen van een beter openbaar vervoer richting Mechelen, dan richting Haacht.

-Gelet op het feit dat de meest aangewezen spoorverbinding van Heist-op-den-Berg naar Brussel voor ons nog altijd de bestaande spoorinfrastructuur van de NMBS is. Met de huidige dienstregeling van de NMBS kan men op 1 uur in het centrum van Brussel geraken. Met de sneltram zou dit minstens 76 minuten bedragen.

Met beperkte aanpassingen aan de dienstregeling van de NMBS en aan de spoorinfrastructuur zijn er zeker snellere treinverbindingen naar Brussel mogelijk, o.a. via Aarschot en de bocht van Leuven en via Lier-Mechelen. Dit vraagt geen inname van nieuwe open ruimte en slechts beperkte financiële middelen. Als dan aansluitend het streekvervoer kan verbeterd worden, zijn er op die manier snelle verbindingen voor gans de streek naar Brussel mogelijk.

-Gelet op het feit dat er op dit moment geen accurate informatie m.b.t. de economische haalbaarheid van dit project is en we geen enkele prognose hebben inzake het aantal reizigers, stellen we ons vragen bij de kosten-batenanalyse. Is dit vooraf  wel ernstig onderzocht door De Lijn?

-Gelet op het feit dat de studie geen rekening houdt met de noodzakelijke herinrichting van de volledige stationsomgeving van Heist-op-den-Berg bij realisatie van de tramverbinding. Men voorziet de terminus ter hoogte van de stelplaats van De Lijn. Om het station echter tot een vervoersknooppunt uit te bouwen, moeten vlotte verplaatsingen tussen terminus, spoorperrons en busperrons mogelijk zijn.

De beschikbare ruimte in de stationsomgeving is nu al beperkt, o.a. te weinig en te kleine busperrons en bezette parkings. Bij realisatie van het project is er een bijkomende voetgangerstunnel onder de sporen nodig, uitbreiding van de busperrons en van het aantal parkeerplaatsen en een volledige herinrichting van de ruime stationsomgeving. Dit wil zeggen dat de stationsomgeving een multimodaal vervoersknooppunt  dient te worden. De mogelijkheden voor de ingrijpende herinrichting van de volledige stationsomgeving zijn schijnbaar niet onderzocht. Men houdt dus ook geen rekening met de effecten van deze herinrichting en de kosten ervan.

-Gelet op het feit dat de kruising met de N10 wordt onderschat. Men voorziet in de studie een gelijkgrondse kruising met de N10.  Zowel AWV als het gemeentebestuur hebben  er reeds op gewezen dat dit onmogelijk is. Recent uitgevoerde tellingen in het kader van de module 14 tonen dit duidelijk aan. De doorstroming op de N10 zal hierdoor sterk beperkt worden, met onveilige situaties als gevolg. Een plan-MER alleen voor een gelijkvloerse kruising met N10, zonder rekening te houden met de invloed op de verkeersdoorstroming op de N10 is dan ook onvolledig.

-Gelet op het feit dat de voorziene tracés tussen station en N10 ruimtelijk en maatschappelijk niet verantwoord zijn. Deze tracés doorsnijden recente verkavelingen( o.a. van 2004, 2009 en 2010) met tientallen nieuwe woningen en woningen in opbouw. Realisatie van een tracé is alleen mogelijk door onteigening van deze woningen. Dergelijke voorstellen dragen ertoe bij dat burgers hun vertrouwen in de overheid verliezen.
-Gelet op het feit dat het tracé ook op ruimtelijk vlak tal van negatieve aspecten heeft. De tramlijn zal verschillende woonlinten dwars doorsnijden, soms op het laatste open perceel tussen twee woningen. Ze zal kernen, die verbonden zijn met elkaar, van elkaar isoleren, o.a. Goor en Achterheide, Schriek en Grootlo. Dit heeft grote maatschappelijke gevolgen.

-Gelet op het feit dat de voorgestelde tracés ook een negatieve impact hebben op de ontwikkeling van de industriezone, waardoor de exploitatie of ontwikkeling van verschillende bedrijven wordt gehypothekeerd. Bovendien heeft het onoordeelkundig doorsnijden van deze industriezone ook ruimtelijke gevolgen.

Gelet op het feit dat het veiligheidsaspect nergens ter sprake komt. Nergens blijkt uit de nota welke beveiligingsmaatregelen er aan de nog resterende kruisingen zullen genomen worden.

Gelet op het feit dat ten zuiden van de N10 de meeste tracés open landbouwgebieden doorsnijden, o.a. in de omgeving van Heist-Goor, Achterheide, Minksbossen, Schriek, Grootlo en Grasheide, met aantasting van de landschappelijke kwaliteiten ervan als gevolg. De gronden liggen in herbevestigd agrarisch gebied (HAG). Ze krijgen  in de landbouweconomische studie van de VLM, uitgevoerd in opdracht van het gemeentebestuur, de hoogste waardering.

Daarenboven worden grote landbouwpercelen, waaronder ook huiskavels, doorsneden, met ernstige gevolgen voor bereikbaarheid, waterhuishouding en economische exploitatie. In de kennisgevingsnota wordt echter nergens over een LER ( landbouweffectenrapport) gesproken. Dit project gaat hiermee in tegen één van de afbakeningsprincipes voor de buitengebiedregio’s , “ het vrijwaren van samenhangende landbouwgebieden voor beroepslandbouw”.     

-Gelet op het feit dat de tracés ten zuiden van de N10 doorheen een aantal beekvalleien gaan, o.a. van Rashoevebeek, Kerkeloop, Beversluisbeek en Raambeek, die bij langdurige of intense regenval overstromingsgevoelig zijn. De infrastructuur van een tramlijn in dergelijk gebied, dreigt aanleiding te geven tot veel grotere wateroverlast voor woningen (o.a. Rashoevewijk), bedrijven in de industriezone, wegen en landbouwgronden.

-Gelet op het feit dat een aantal tracés ook belangrijke groen- en natuurgebieden raken of doorsnijden. Het geklasseerde historisch kasteelpark Moretus in het kleinstedelijk gebied en de Puttebossen vlakbij het centrum van Schriek vervullen in deze tijd een belangrijke functie. Eén van de tracés gaat in de omgeving van de Beversluisbeek nabij Grasheide  door een groengebied, dat opgenomen is in het operationeel programma in het kader van de afbakening van de buitengebiedregio Zenne-Dijle-Pajottenland.'

Standpunt college :

Burgemeester Vleugels (CD&V) :'Wij verwerpen dan ook al de voorgestelde tracés voor een tramverbinding naar Brussel op het grondgebied van onze gemeente, omwille van de belangrijke negatieve effecten voor onze inwoners. 
Wij dringen er nogmaals op aan dat De Lijn bij prioriteit opnieuw investeert in een beter streekvervoer voor onze gemeente, zodat de verschillende deelkernen opnieuw beter verbonden worden met elkaar en het centrum.

Wij betreuren dat er geen correcte kosten-batenanalyse van het tramproject gebeurd is. We vermoeden dat heel wat aspecten hierbij niet onderzocht werden, om kosten te verbergen en de haalbaarheid van dit project te vergroten.

Wij spreken ons hierbij niet uit over de tracés tussen Haacht en Brussel, omdat die grotendeels gerealiseerd kunnen worden door bundeling met reeds bestaande lijninfrastructuur, overeenkomstig de principes van het RSV.

Wij vragen aan De Lijn om absolute prioriteit te geven aan een degelijke organisatie van het streekvervoer, d.w.z. goede verbindingen tussen alle kernen, het centrum en het station. Wij wensen eveneens een betere bediening van de industriezone. Wij vragen met aandrang een meer performante organisatie van de belbus zodat de klantvriendelijkheid vergroot kan worden. Voor bepaalde verbindingen achten we de inzet van snelbussen realistischer en goedkoper.

Wij vragen aan de NMBS en de Lijn om mee te werken aan het omvormen van de stationsomgeving tot een multimodaal vervoersknooppunt. De gebruikers van het openbaar vervoer dienen zich hier op een veilige manier van hun privaat vervoer te begeven naar het openbaar vervoer.

Tot slot vragen we aan de bevoegde overheden, de NMBS en De Lijn  om werk te maken van betere verbindingen tussen onze gemeente en belangrijke steden, waaronder Brussel, door een beter gebruik van de bestaande spoorinfrastructuur, aangepaste dienstregelingen voor de treinen en een verbetering van de dienstregeling van De Lijn. Wij blijven met ons bestuur bereid om hierover verder mee na te denken', aldus burgemeester Luc Vleugels.