Eloya, de Unie van Elektriciens, is niet opgezet met de recente uitspraken van Vlaams minister-president Jan Jambon.

Die zei onlangs dat er te veel mensen beroep doen op tijdelijke werkloosheid terwijl ze eigenlijk perfect zouden kunnen werken.

"Onze mensen kunnen en willen werken, maar ze mogen niet", hekelt Filip Van Mol, directeur van Eloya. "Wij willen best doen wat ons wordt opgelegd, maar dan moet er niet nagetrapt worden!"

"Twee dagen nadat men zegt dat iedereen in tijdelijke werkloosheid kan (...), krijgen we al een veeg uit de pan", steekt Van Mol van wal.

"Al onze leden doen momenteel, gedeeltelijk of volledig, een beroep op tijdelijke werkloosheid. Maar niemand is daar vragende partij voor. Onze leden willen liever gewoon hun werk kunnen doen , met de nodige discipline en verantwoordelijkheid natuurlijk."

Volgens Van Mol gold aanvankelijk dat aannemers alleen depannages en onderhoud mochten uitvoeren, nieuwe installaties zetten was uit den boze. Maar, zegt hij, "de klanten reageerden terughoudend en er werden massaal afspraken afgezegd. Dat is een perfect voorbeeld van overmacht."

Intussen heeft de overheid verduidelijkt dat bouwactiviteiten buitenhuis mogen plaatsvinden met respect voor de sociale afstand en idem voor werken binnenshuis in niet-bewoonde gebouwen en woningen. Maar dat is voor Van Mol niet voldoende.

"Ofwel aanvaardt de overheid dat er gebruik wordt gemaakt van tijdelijke werkloosheid omdat de aannemers moeilijkheden ondervinden om hun werk uit te voeren, ofwel zeggen ze, desnoods aan de hand van voorbeelden, nog duidelijker wat mag en niet mag, en dat bijvoorbeeld ook nieuwe installaties kunnen indien de nodige voorschriften worden gerespecteerd."

"De prioriteit is dat zo weinig mogelijk mensen ziek worden. Dat moet de eerste betrachting zijn, want anders valt onze economie volledig plat.

Maar anderzijds is het met de mentaliteitswijziging die nu stilaan ontstaat perfect mogelijk om mits het respecteren van bepaalde voorschriften bepaalde werken toch uitvoeren. Het is in onze sector absoluut geen probleem om een afstand van anderhalve meter te respecteren", betoogt hij.

"Moesten die uitspraken niet gedaan zijn, waren we waarschijnlijk blijven zitten in een fatalistische houding van 'we mogen niet'.

Maar dat men dan nu warm en koud blaast en aan de ene kant zegt dat het niet mag, en ons dan de volgende dag verwijt dat er misbruik wordt gemaakt van tijdelijke werkloosheid, dat nemen wij niet", besluit Van Mol.

Hij roept de minister-president tot slot op om met concrete voorbeelden te komen van misbruiken, zodat die door de sector kunnen worden aangepakt. "Maar ik kan al zeggen dat hij die niet zal kunnen geven." (Belga)