Deze maand wordt de pensioenspaarpot van de Belg iets kleiner. Banken en verzekeraars moeten voor het einde van de maand 1 procent taks afhouden. Eind vorig jaar besliste de regering-Michel de taks op pensioensparen te verlagen van 10 naar 8 procent. In ruil voor die lagere taks moet de pensioenspaarder een deel van de taks vroeger betalen.

Tussen 2015 en 2019 wordt jaarlijks 1 procent afgehouden. Op 60-jarige leeftijd betaalt de pensioenspaarder dan 8 procent taks verminderd met de vijf voorafbetalingen.

Op het eerste gezicht lijkt de maatregel gunstig voor de spaarder. Maar er is ook een keerzijde aan de lagere taks. Door een deel ervan vroeger te betalen, leveren die bedragen geen rendement meer op.

'In de meeste gevallen zal het rendementsverlies kleiner zijn dan het taksvoordeel, zodat de pensioenspaarder netto wint', luidt het bij BNP Paribas Fortis. Maar dat is niet altijd het geval. 'Zo speelt de leeftijd van de pensioenspaarder een rol, het aantal jaren dat hij al heeft gestort en nog zal storten en het toekomstige rendement van het product.' Voor elke spaarder zal het resultaat verschillend zijn. (De Tijd)