99 procent van de gedetineerden in onze gevangenissen komt ooit terug vrij. We zien echter dat de recidive hierbij ontstellend hoog is.

Daarom wil vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne onder meer investeren in detentiehuizen.

Dat zijn instellingen waar op kleinere schaal mensen met korte straffen en een laag veiligheidsrisico hun straf uitzitten. Een aanpak die werkt.

Uit onderzoek blijkt dat de recidive hierdoor aanzienlijk vermindert. Tijdens een bezoek aan de kleinschalige boerderijgevangenis van Ruiselede lichtte minister Van Quickenborne de investering in deze detentiehuizen toe. De komende jaren wil hij 15 detentiehuizen openen.

Dit moet bovendien helpen om de verwachte toename in gevangenispopulatie op te vangen wanneer vanaf 1 december 2021 ook korte straffen onder 3 jaar uitgevoerd worden.

Uit onderzoek blijkt dat ons land een hoge recidivegraad kent.

Een studie uit 2015 van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie toont aan dat zo'n 70% van de vrijgelaten gedetineerden uiteindelijk opnieuw voor de rechter verschijnt.

Daarmee scoort België slecht in vergelijking met andere Europese landen. In het kader van de nieuwe start voor justitie, wordt daarom geïnvesteerd in verschillende maatregelen om de recidive terug te dringen en veroordeelden beter te re-integreren in de maatschappij.

Zo worden in heel het land opvolgingskamers ingevoerd om mensen met een onderliggende problematiek zoals drugs- of alcoholverslaving te helpen om dit aan te pakken. Ook inzake gevangenisbeleid wordt geïnvesteerd in betere begeleiding van gedetineerden.

Aanpak op maat

Een aanpak die goede resultaten boekt, is die van de detentiehuizen. Het is een goed voorbeeld van een diversere strafuitvoering. Het zijn kleinschalige instellingen voor kortgestraften met een laag veiligheidsrisico en met een sterke nadruk op re-integratie en begeleiding. Dit is een aanpak waar justitie de komende jaren wil op inzetten.

In een detentiehuis verblijven gedetineerden in kleine groepen van een 50-tal personen waar ze in gemeenschap leven. Het beveiligingsniveau is lager dan dat van een doorsnee gevangenis.

Dat laat ook toe dat zij, met de nodige begeleiding, meer verantwoordelijkheid krijgen bij de invulling van hun dagelijkse leven en het verloop van hun dag. De gedetineerde staat bijvoorbeeld zelf in voor de huishoudelijke taken.

Gedetineerden die dergelijke basisvaardigheden (nog) niet hebben verworven, kunnen daar specifiek in worden ondersteund. Men zit de straf uit in detentiehuizen dicht bij de woonplaats om zo de sociale integratie te bevorderen.

De filosofie van een detentiehuis bevordert een conflictbeheersing die meer gebaseerd is op dialoog in tegenstelling tot het klassieke disciplinaire model. Er is sprake van een meer open regime waarbij vooral de in- en uitgang van het detentiehuis wordt gecontroleerd.

Gedetineerden worden hierin bijgestaan door detentiebegeleiders. Wanneer gedetineerden herhaaldelijk gedrag vertonen dat onverenigbaar is met het regime van het detentiehuis kunnen zij terug worden overgebracht naar een gewone gevangenis.

Veroordeelde gedetineerden met een straf tot 3 jaar en jonge first-offenders met een straf van maximum 5 jaar, komen in aanmerking. Veroordeelden voor terrorismefeiten en seksueel delinquenten komen niet in aanmerking.

Minder recidive en minder criminaliteit

Voorbeelden in onder meer Nederland en de Scandinavische landen van kleinschalige detentie tonen aan dat deze aanpak de recidive doet afnemen. Bovendien is het zo dat momenteel straffen onder de 6 maanden niet worden uitgevoerd en dat straffen onder de 3 jaar quasi automatisch worden omgezet in elektronisch toezicht.

Dat leidt ertoe dat mensen vaak al een resem veroordelingen achter hun naam hebben alvorens een gevangenisstraf te moeten uitzitten. De minister van Justitie wil alle gevangenisstraffen onder de drie jaar uitvoeren vanaf 1 december.

Om dit op te vangen is er extra capaciteit nodig. Er komen nieuwe klassieke gevangenissen bij in Haren en Dendermonde tegen eind 2022.

Daarnaast wordt er ook geïnvesteerd in detentiehuizen. In een eerste fase zullen twee detentiehuizen als pilootprojecten hun deuren openen in december 2021: één in Vlaanderen en één in Wallonië. De exacte locatie van die detentiehuizen wordt binnenkort bepaald. De opening van bijkomende detentiehuizen zal daarna gefaseerd gebeuren zodat ons land deze legislatuur 15 detentiehuizen telt.

Omslag naar kleinschalige detentie

Minister Vincent Van Quickenborne wil een omslag te weeg brengen waarbij de volgende decennia grote gevangenissen plaatsmaken voor diverse detentiehuizen.

Momenteel zijn er in ons land 35 gevangenissen met een gemiddelde capaciteit van 270 gedetineerden. Met uitschieters van meer dan 700 plaatsen. Onder meer de boerderijgevangenis van Ruiselede vormt daar een uitzondering op met plaats voor 50 gedetineerden.

In 1849 fungeerde het penitentiair landbouwcentrum (PLC) van Ruiselede als opvangplaats voor landlopers. Sinds 1936 is het centrum een volwaardige gevangenis voor veroordeelden die niet vluchtgevaarlijk zijn, in groepsverband kunnen leven en kunnen werken in het landbouwcentrum.

Dankzij dit open regime kunnen de gedetineerden zich voorbereiden op hun terugkeer naar de maatschappij. Het is een goed voorbeeld van de kleinschalige aanpak op maat die we de komende jaren willen introduceren.

Re-Entrywoning

Omdat gedetineerden vaak geconfronteerd worden met onoverkomelijke eisen op vlak van woonstreclassering en tewerkstelling, werd in het PLC te Ruiselede gezocht naar een oplossing. Sinds mei 2016 is daar de Re-Entrywoning geopend, die tot doel heeft de overgang naar de samenleving vlotter te laten verlopen.

Gedetineerden die na hun detentie nergens terecht kunnen omwille van financiële problemen of een beperkt sociaal kapitaal, maken geen kans op elektronisch toezicht.

Om deze groep gedetineerden wel de kans te geven de terugkeer naar de samenleving beter voor te bereiden kunnen ze een tijdelijk verblijf in de Re-Entry woning aanvragen eens ze over een dagbesteding (werk of opleiding) beschikken.

De gedetineerden die in aanmerking komen om in het huis te wonen, moeten al minimum drie maanden in het Penitentiair Landbouwcentrum verblijven en mogen niet veroordeeld zijn voor zedenfeiten.

Dit verblijf duurt ongeveer 6 maanden, en kan verlengd worden. Een trajectbegeleider van CAW Centraal West-Vlaanderen volgt de bewoners proactief op bij de dagelijkse problemen waarmee ze na detentie worden geconfronteerd op vlak van wonen, werken, administratie en psychosociale begeleiding.

Op die manier werkt het project ook preventief tegen armoede en sociale uitsluiting.

Vincent Van Quickenborne, vice-eersteminister en minister van Justitie: "De aanpak van de detentiehuizen toont waar we naartoe willen met ons detentiebeleid. We willen sneller optreden en alle straffen uitvoeren, ook de korte.

We kunnen hier werken met een menselijke aanpak door gedetineerden te begeleiden in een kleinere groep en hun vanaf dag 1 mee de verantwoordelijkheid te geven om hun leven in handen te pakken. Dat is niet alleen goed voor de gedetineerden, maar voor de hele samenleving.

Want zo kan justitie straffer werken en zorgen voor minder recidive en minder criminaliteit."