Het Plan-MER wijst uit: bedrijventerrein Vennen is negatief voor mobiliteit en leefbaarheid Herentals.  De deputatie van de provincie Antwerpen heeft beslist om niet verder te onderzoeken of het landbouwgebied rond Vennen op termijn ontwikkeld kan worden als bedrijventerrein.

Op 7 december 2016 verzamelden 40 bewoners van de Vennen-Dikberd-Hannekenshoek-Geelseweg bij Maes Industries voor een informatie- en protestvergadering. 

Zo'n 50 buurtbewoners van Vennen-Hannekenshoek-Dikberd hadden tijdens de gemeenteraad van 20 december actie gevoerd.  Met spandoeken en flyers maakten ze aan de raadsleden duidelijk dat de verdere uitbreiding van de industriezone (MER) in hun buurt vol natuur alleen maar overlast zou veroorzaken : zwaar verkeer, fijn stof, lawaai en water.

Ook kloegen ze de opvallend slechte communicatie van het stadsbestuur naar de buurtbewoners toe aan.

Opgelucht

'Bedoeling was dat een pak bezwaarschriften tegen 15 december bij het provinciebestuur werden neergelegd. Dat is ook gebeurd,' reageert een blije Johan Serneels, voorzitter van het actie-comité. 'De deputatie heeft hiermee duidelijk rekening gehouden. De stad Herentals had ons over dit MER erg slecht voorgelicht.  Maar we zijn nu bijzonder blij. Onze protestactie heeft dus resultaat gehaald.'

Raadsman Kristof Benijts reageert opgelucht : 'Ik heb met veel genoegen kennis genomen van de beslissing van de Provincie Antwerpen om het gebied Vennen niet te weerhouden als mogelijk bedrijfsterrein.

Onze inspanningen hebben ongetwijfeld geloond. We hadden in ons bezwaarschrift voor de buurtbewoners een zéér uitvoerig en juridisch gemotiveerde argumentatie ontwikkeld.   Zo hebben we zowel de stad Herentals als de Provincie kunnen overtuigen om uiteindelijk tot deze beslissing te komen.  Uiteraard is ook de inzet van de buurtbewoners zelf niet onbelangrijk geweest'.

Té grote impact op mobiliteit en de (leef)omgeving Vennen

Luk Lemmens, N-VA, gedeputeerde bevoegd voor Ruimtelijke ordening : 'Het plan-milieueffectenrapport (plan-MER) toont immers aan dat een bijkomend bedrijventerrein ten oosten van de Aarschotseweg een té grote impact zou hebben op de mobiliteit en de (leef)omgeving.

De provincie Antwerpen onderzoekt in het kader van de afbakening van het kleinstedelijk gebied in Herentals onder andere de mogelijkheid voor bijkomende bedrijventerreinen.

Verschillende gebieden zijn onderzocht en voor Vennen werd eind vorig jaar een plan-MER opgestart, dat de milieueffecten van dit scenario onder de loep heeft genomen.

Uit dat plan-MER is gebleken dat een nieuw bedrijventerrein voor Vennen een te negatieve impact zou hebben op de mobiliteit in de omgeving, de leefomgeving en de bewoning. De maatregelen die genomen zouden moeten worden om de impact te beperken, samen met de bezorgdheden uit de buurt, hebben de deputatie doen besluiten om een herbestemming van het landbouwgebied rond Vennen niet verder na te streven.'

Afbakening kleinstedelijk gebied

Het provinciebestuur kreeg van de Vlaamse overheid de opdracht om kleinstedelijke gebieden af te bakenen. Centrumsteden zoals Herentals en Heist-op-den-Berg moeten functies als wonen en werken centraliseren, zodat buiten het stedelijk gebied de open ruimte beter bewaard kan blijven.

Dit zijn processen van lange termijn, waarbij verschillende gebieden onder de loep worden genomen en onderzocht wordt of een bestemmingswijziging mogelijk is. Na verkennend onderzoek volgt de plan-MER procedure en slechts nadien kan men starten met de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan. Ook dit is een proces van lange adem, met onder meer een openbaar onderzoek en inspraak met de lokale bevolking.

Vennen werd in 2015, in overleg met de provincie Antwerpen, de stad Herentals en Ruimte Vlaanderen, geselecteerd voor verder onderzoek, maar het plan-MER heeft nu uitgewezen dat een nieuw bedrijventerrein op deze locatie niet opportuun is.

De deputatie heeft dan ook beslist geen herbestemming te doen voor dit gebied.

Guy Verellen / NNieuws.