Vlaams parlementslid en burgemeester van Geel Vera Celis (N-VA) liep een dagje stage bij Betonfabriek De Bonte in Laakdal. De zomerstages voor politici maken deel uit van het programma ‘Onderneming & Politiek’ van Voka. Tijdens een stage van één dag draaien ze mee op de werkvloer en leren ze het bedrijfsleven van binnenuit kennen. Op die manier kunnen ze inspiratie opdoen voor het nieuwe politieke jaar. ‘Voor politici zijn bedrijven vaak in de eerste plaats cijfers’, zegt Celis. ‘Tijdens zo’n stagedag maak je kennis met de mensen achter de cijfers en dat is voor iedereen zeer verrijkend, maar zeker voor politici.’

Meer dan veertig parlementsleden krijgen in augustus en september van Voka de kans om te proeven van het bedrijfsleven. ‘Politici zijn belangrijk voor onze bedrijven’, weet Jan Hendrickx, algemeen directeur van Voka Kempen. ‘Lokale politici zijn dat zeker voor de bedrijven op hun grondgebied. De lokale fiscaliteit heeft bijvoorbeeld een grote impact op de beslissing van bedrijven om al dan niet extra te investeren. Extra investeringen betekenen meestal ook extra jobs. Het is dan ook cruciaal dat politici bedrijven van binnenuit leren kennen.’

Verhaal vertellen

Betonfabriek De Bonte produceert prefab betonelementen, zowel in massa als op maat. Het bedrijf heeft vestigingen in Laakdal en het Oost-Vlaamse Waasmunster. In totaal stelt het bedrijf 120 medewerkers te werk. Een hele dag lang nemen CEO Gerard De Bonte en personeelsverantwoordelijke Ellen De Bonte Vera Celis mee op ontdekkingstocht door het bedrijf. De politica leert het bedrijf kennen aan de hand van een uitgebreide presentatie, maar maakt ook van nabij kennis met het productieproces. ‘Wij zijn zeer blij met dit Voka-initiatief’, vertelt CEO Gerard De Bonte.

‘We zijn een bedrijf dat veel aandacht heeft voor innovatie en voor human resources. Het is echt heel tof om ons verhaal eens rustig aan een parlementslid te kunnen vertellen. We werken vaak en goed samen met de verschillende overheden. Onderdeel van ons HR-beleid is bijvoorbeeld het geven van kansen aan mensen uit kansengroepen. Hiervoor krijgen we subsidies van de overheid. Zo een stagedag is de ideale gelegenheid om onze waardering hiervoor uit te spreken. Maar er is ook de tijd om aan mevrouw Celis uit te leggen waar er, wat ons betreft, nog pijnpunten liggen en hoe de overheid ons daarbij kan helpen.’

Noden

Ook bij de politica enkel lof voor het initiatief. ‘Het is de derde keer dat ik een bedrijfsstage volg en dat is elke keer al zeer nuttig bestede tijd gebleken’, zegt Celis. ‘Ik kies bewust voor bedrijven uit mijn eigen regio. Als parlementslid is het mijn taak mijn regio te vertegenwoordigen in Brussel en dat kan ik alleen als ik de bedrijven uit mijn regio en de mensen die er werken voldoende ken. Politici moeten oor hebben naar de noden van het bedrijfsleven. Voor politici zijn bedrijven vaak in de eerste plaats cijfers. Zijn ze rendabel, hoeveel mensen werken er, enzovoort. Tijdens deze stagedag maak ik kennis met de mensen achter de cijfers. Ik zie en hoor heel veel. Een politicus moet ook de praktijk kennen en niet enkel de zaken theoretisch benaderen. En een praktische stage zoals deze is hiervoor perfect.  (KH)