De regering heeft de concrete uitwerking van het spreidingsplan voor 5.000 vluchtelingen over de gemeenten in ons land goedgekeurd. Op 1 mei weet elke gemeente hoeveel asielzoekers ze zal moeten opvangen, het gaat gemiddeld om tien plaatsen. De gemeenten krijgen een half jaar de tijd om de opvang te realiseren. Wie niet meewerkt, riskeert sancties.

Voor aanvang van de ministerraad gaf Francken al wat uitleg. "We zijn erdoor, er is een akkoord", zei hij. De gemeenten zullen op 1 mei weten hoeveel vluchtelingen ze moeten opvangen. Het aantal zal niet veel afwijken van de richtcijfers die de gemeenten in december al hebben gekregen.

De gemeenten moeten 5.000 vluchtelingen opvangen, al kan dat cijfer later nog oplopen, want de toestand wordt voortdurend geëvalueerd. De spreiding is gebaseerd op criteria zoals bevolkingsaantal, inkomen en aantal leefloners."Voor het overgrote gedeelte van de gemeenten gaat het om minder dan tien plaatsen en het geldt per persoon, dus een gezin van vier is al direct vier plaatsen", aldus Francken. "In die zin is dat bijzonder redelijk."

Gemeenten die nu al vluchtelingen opvangen krijgen vrijstellingen. "De plaatsen die nu worden geopend door de gemeenten en OCMW's - de lokale opvanginitiatieven - tellen volledig mee in het kader wat gerealiseerd moet worden. Op dit moment zijn er al 718 plaatsen gerealiseerd in 131 gemeenten", zegt Francken nog.

De gemeenten die niet meewerken riskeren een boete van 75 euro per dag, per plaats die niet is gerealiseerd. Dat bedrag komt neer op het dubbele van de dagprijs die een gemeente van het federale niveau krijgt voor de creatie van een lokaal opvanginitiatief.

Een gemeente die echter kan aantonen dat ze alle inspanningen heeft geleverd, kan op extra tijd rekenen. (vrt)