VVSG : 'Geen wijzigingen in de gemeentelijke belastingtarieven'
Zoals verwacht blijven de meeste gemeenten de tarieven van de belangrijkste belastingen in 2025 stabiel. Slechts een kleine 2% (5 van de 285) van de besturen voert één of meerdere wijzigingen door aan de aanvullende personenbelasting (APB) of de opcentiemen op de onroerende voorheffing (OOV). De voorlopige resultaten uit een bevraging van de VVSG worden hiermee bevestigd.
Drie gemeenten verhogen het APB-tarief, terwijl één het verlaagt.
Het gemiddelde APB-tarief blijft op 7,17% met een mediaan van 7,5%. Ook bij de OOV zien we kleine verschuivingen: twee gemeenten verhogen het tarief en één verlaagt het, waardoor het gemiddelde daalt naar 895,42 en de mediaan op 881,61 blijft.
Gemeenten die in 2025 fuseren beschouwen we daarbij als nieuwe gemeenten met een nieuw (en dus ‘gelijkblijvend’) tarief. In vijf gevallen hanteerden de fusiegemeenten al in 2024 dezelfde tarieven. In vier gevallen koos men voor het hoogste (of middelste) tarief, telkens ook het tarief van de gemeente met het meeste aantal inwoners van die fusie. Bij één fusie koos men ervoor om het APB-tarief dat in 2024 in beide gemeenten al gelijk lag te laten dalen in 2025. In één fusiegemeente behoudt men in 2025 door middel van differentiatie het OOV-tarief dat in 2024 in beide gemeenten werd geheven.
Ook dit jaar breidt het aantal gemeenten die hun OOV-tarief differentiëren uit. In totaal zijn er nu twaalf gemeenten die verschillende tarieven heffen op hun grondgebied. Binnenkort verschijnt een actueel overzicht op de website van de Vlaamse Belastingdienst. (VVSG)
