Volgens het Europees Hof in Luxemburg is een verbod op religieuze symbolen niet noodzakelijk discriminerend. Een Belgische vrouw was naar het Hof gestapt, omdat ze van haar werkgever haar hoofddoek niet mocht dragen. Maar de vrouw krijgt nu dus ongelijk.

Een werkgever mag wel degelijk een reglement opstellen, waarin die aan zijn personeel, dat met het publiek in contact komt, vraagt om zich neutraal te kleden en dus geen religieuze, filosofische of politieke symbolen te dragen.

Het Europees Hof van Justitie ziet daar geen enkele discriminatie in. Want alle werknemers worden dan in principe op dezelfde manier behandeld.

In principe, want in de praktijk zou het wel kunnen dat zo'n maatregel alleen gevolgen heeft voor een bepaalde groep. Stel dat een bepaald bedrijf elke zichtbare religieuze, filosofische en politieke uiting verbiedt, en dat verbod treft enkel een groep moslims, dan zouden die zich toch gediscrimineerd kunnen voelen.

Volgens het Europees Hof van Justitie hoeft ook dat geen discriminatie te zijn, zolang de werkgever een goede motivering heeft voor zijn verbod. Dat de werkgever neutraliteit wil uitstralen, kan een goede motivering zijn, zegt het Hof. (belga)