Werkloze mannen en vrouwen in Europa doen vaker een beroep op professionele zorg voor mentale problemen. Ook gebruiken ze meer antidepressiva, ongeacht hun mentale gezondheid. Ook werkende mannen en vrouwen die jobonzekerheid ervaren, nemen respectievelijk meer antidepressiva en contacteren sneller een huisarts voor psychische gezondheidsproblemen.

Dat blijkt uit een wetenschappelijk onderzoek van Veerle Buffel, Rozemarijn Dereuddre en professor Piet Bracke van de vakgroep Sociologie van de Universiteit Gent. De resultaten van het onderzoek verschenen recent in het wetenschappelijke tijdschrift European Sociological Review.

Crisis in Europa

Het sociologisch onderzoek is gebaseerd op een analyse van de gegevens van 27 Europese landen van de Eurobarometer 2010. Concreet gaat het om de gegevens van 8.628 mannen en 10.168 vrouwen tussen 20 en 65 jaar. Naast de gebruikelijke opdeling tussen werklozen en werkenden, wordt in deze laatste groep ook het onderscheid gemaakt tussen zij die jobonzekerheid ervaren en zij die het niet ervaren.

Gedurende de laatste decennia is er immers een trend van flexibilisering op de arbeidsmarkt. Dit houdt onder meer in dat langdurige voltijdse tewerkstelling in eenzelfde job schaarser wordt, terwijl er een toename is van jobs met een tijdelijk contract. Deze trend in combinatie met de recente economische crisis, die gekenmerkt wordt door hoge werkloosheid, heeft geleid tot een toename van jobonzekerheid in het merendeel van de Europese landen.

Schade aan mentale gezondheid

Werklozen hebben gemiddeld gezien een slechtere mentale gezondheid en een hogere behoefte aan mentale gezondheidszorg dan werkenden. Ook jobonzekerheid kan leiden tot meer mentale gezondheidsproblemen.

De onderzoekers zagen dit bevestigd in hun studie. Zij stelden bovendien vast dat de mentale gezondheid van werkenden die jobonzekerheid ervaren minder verschilt met deze van werklozen dan met de mentale gezondheid van werkenden die geen jobonzekerheid ervaren.

De sociologen gingen vervolgens na hoe deze slechtere mentale gezondheid van werklozen en werkenden met jobonzekerheid zich vertaalt in medische zorg en antidepressivagebruik. Gezien de recente crisis en de aanhoudende economische instabiliteit in Europa, alsook de (opgelegde) besparingen binnen de gezondheidszorg in verschillende landen, is dit van groot belang.

Enerzijds heerst er bezorgdheid over het feit dat er een kloof is tussen zij die medische zorg voor psychische problemen nodig hebben en zij die er effectief een beroep op doen; dit is vooral zo bij werklozen gezien zij vaker financiële problemen ervaren.

Anderzijds wordt er steeds meer aandacht geschonken aan een toename van psychofarmacagebruik en aan het feit dat dit gebruik steeds meer gerelateerd is aan ook niet-klinische factoren, zoals werkloosheid en echtscheidingen. Onderzoekers maken zich daarom zorgen over een toenemende medicalisering van het dagdagelijkse leven en normale levensgebeurtenissen.

Met medicalisering wordt naar het proces verwezen waarbij niet medische problemen steeds meer erkend en behandeld worden als medisch probleem.

Medicalisering van werkloosheid en jobonzekerheid

Werkloze mannen en vrouwen contacteren vaker een huisarts omwille van emotionele gezondheidsproblemen omdat zij ook meer te kampen hebben met mentale gezondheidsproblemen dan werkenden. Ook de hogere kans op het raadplegen van een huisarts bij werkende vrouwen die jobonzekerheid ervaren kan verklaard worden door hun zwakkere mentale gezondheid.

Het gebruik van primaire gezondheidszorg bij mentale gezondheidsproblemen blijkt dus bij werklozen en jobonzekere werkende vrouwen vooral behoeftegestuurd te zijn. Er zijn ook geen indicaties gevonden voor het ervaren van financiële drempels in de primaire zorg.

De onderzoekers vonden evenwel sterke indicaties voor het medicaliseren van werkloosheid en jobonzekerheid, en dat zowel bij mannen als bij vrouwen: meer werkloze mannen en vrouwen contacteren een psychiater en/of gebruiken antidepressiva in vergelijking met werkenden dan we zouden verwachten op basis van hun mentale gezondheid.

Daarnaast bleken werkende vrouwen die jobonzekerheid ervaren ook meer geneigd te zijn om antidepressiva te gebruiken in vergelijking met vrouwen die geen jobonzekerheid ervaren. Bij mannen die jobonzekerheid ervaren merkten de onderzoekers dat ook zij vaker geneigd zijn een huisarts te contacteren in vergelijking met werkenden zonder jobonzekerheid.

Dit hoger antidepressivagebruik bij jobonzekere vrouwen en meer raadplegen van een huisarts omwille van psychische klachten bij jobonzekere mannen, kon slechts deels worden toegeschreven aan hun slechtere mentale gezondheid in vergelijking met de werkenden die geen jobonzekerheid ervaren.

Conclusie

De sociologen besluiten dat zowel werkloosheid als jobonzekerheid gerelateerd zijn aan meer mentale gezondheidsproblemen en dat medicaliseringsprocessen kunnen bijdragen aan een hoger antidepressiva- en medisch zorggebruik, los van de zwakkere mentale gezondheid van de personen waarop dit betrekking heeft.

Binnen een Europese context in tijden van economische instabiliteit moet er daarom extra aandacht gaan naar werkenden die jobonzekerheid ervaren, gezien zij naast de werklozen eveneens een belangrijke risicogroep van mentale gezondheidsproblemen vormen.

Niet alleen de eigenlijke toename in werkloosheid, maar ook de angst veroorzaakt door deze toenemende werkloosheid kan de prevalentie van mentale gezondheidsproblemen en, als gevolg, de vraag naar professionele zorg en medicatie doen toenemen in tijden van economische recessie en vooral in die landen die sterk getroffen zijn door de economische crisis.

Bron : Universiteit Gent.