De Lijn vermindert aanbod - ook in de Kempen - vanaf 6 januari door tekort aan personeel en bussen: "Noodzakelijk voor betrouwbare dienstverlening"
De Lijn past vanaf 6 januari haar aanbod in bijna alle regio’s in Vlaanderen aan. Dat is volgens de vervoersmaatschappij nodig "om de betrouwbaarheid van de dienstverlening te garanderen".
Die zekerheid is er momenteel niet altijd als gevolg van personeelstekorten en een verouderd bussenpark. Ook de laatste officiële fase van 'Basisbereikbaarheid', de nieuwe mobiliteitsvisie van de Vlaamse overheid, komt er begin volgend jaar aan.
Er worden ook een aantal wijzigingen ingevoerd om bijvoorbeeld rekening te houden met aangepaste treinaansluitingen of met wegwerkzaamheden waarvoor een langdurig omleiding noodzakelijk is. Tot slot blijft de dienstverlening in sommige regio’s onder druk staan door een combinatie van een oververhitte arbeidsmarkt en een verouderd bussenpark waardoor De Lijn lokaal moet bijschakelen.
De Lijn zal alle aanpassingen monitoren, evalueren en eventueel bijsturen waar nodig.
Vanaf 15 november kan de reiziger via de website en app van De Lijn alle concrete informatie terugvinden en bekijken of er wijzigingen zijn aan zijn vertrouwde reisroute.
Basisbereikbaarheid: naar een meer vraaggericht aanbod : minder tajecten
In het kader van Basisbereikbaarheid wordt het net aangepast in Leuven, Mechelen, de Vlaamse Rand, de Kempen en Antwerpen op 6 januari. De Lijn brengt de principes van Basisbereikbaarheid verder in praktijk.
Principe 1: efficiënter en vraaggericht
Met Basisbereikbaarheid wordt het netwerk vraaggericht: het wordt sterker op verbindingen waar er grote vraag is naar openbaar vervoer. Basisbereikbaarheid streeft zo naar een efficiënter gebruik van de bestaande middelen door zich te concentreren op de routes waar de vraag het grootst is. Daarnaast vult het nieuwe net gaten in het netwerk, door nieuwe of verbeterde verbindingen te creëren waar momenteel geen of te weinig openbaar vervoer beschikbaar is.
Principe 2: flexvervoer in heel Vlaanderen - duurzaam en inclusief
Op specifieke momenten en locaties waar het inzetten van een reguliere bus niet efficiënt is, komt flexvervoer. Zo komen er in de Kempen drie nieuwe flexgebieden bij vanaf januari. Dit nieuwe aanbod werd uitgetekend, beslist en wordt gefinancierd met het budget voor vervoer op maat dat elke vervoerregio toegewezen kreeg van de Vlaamse overheid.
Voorbeeld
In het Noorden van de Kempen komen er zo drie nieuwe flexgebieden bij: Hoogstraten, RIT (Regio In Transitie, stadsregio Turnhout) en Ravels.
Principe 3: Basisbereikbaarheid is een gelaagd netwerk – beter verbonden en gecombineerd
Basisbereikbaarheid is een gelaagd netwerk. De trein, tram en bus blijven vaste waarden en worden nu nog beter op elkaar afgestemd. Flexvervoer en deelsystemen zijn een goede oplossing voor het voor- of natraject van de verplaatsing met het openbaar vervoer. Basisbereikbaarheid heeft bovendien de ambitie om belangrijke attractiepolen zoals ziekenhuizen beter bereikbaar te maken.
Principe 4: logische lijnnummering
Tot slot streeft Basisbereikbaarheid naar een overzichtelijker netwerk waarbij de bediening van een specifieke lijn eenvoudig te begrijpen is aan de hand van het lijnnummer. Daarom maakt De Lijn van deze gelegenheid gebruik om nieuwe lijnnummers toe te wijzen. Een stadslijn met een hoge frequentie krijgt een enkel cijfer als lijnnummer. Streeklijnen, waarop je de hele dag kunt rekenen, krijgen twee cijfers. Functionele lijnen, zoals schoollijnen of lijnen die alleen tijdens de spitsuren rijden, krijgen drie cijfers. Tramlijnen worden voorafgegaan door het prefix 'T', of 'M' als ze ook ondergronds rijden. Snellijnen krijgen het prefix 'X' (van expresslijn) en nachtlijnen herken je aan het prefix 'N'.
Voorbeeld
In Antwerpen krijgen verschillende streeklijnen een nieuw lijnnummer. Lijn 141 Wijnegem
Hoboken krijgt vanaf januari het nummer 34, twee cijfers omdat ze de hele dag om het kwartier rijdt, de lijn behoudt haar vertrouwde reisweg. Lijn 141 Wijnegem Polderstad rijdt enkel in de spits en krijgt daarom een driecijferig lijnnummer, nl. 140.
Aanpassingen om een meer betrouwbare dienstregeling te garanderen
De Lijn past in een aantal regio’s het aanbod aan om meer betrouwbaarheid van de dienstverlening te garanderen. We kampen al enige tijd met tekort aan personeel in bepaalde regio’s waar de arbeidsmarkt bijzonder krap is. Deze problematiek treft ook een aantal van onze exploitanten. Daarnaast is ons voertuigenpark verouderd en stromen nieuwe bussen erg laat binnen: intussen zijn de vertragingen bij de leveranciers opgelopen tot twee jaar. Dit betekent dat we soms niet alle ritten kunnen rijden door een ontbrekende chauffeur of een inzetbare bus.
De Lijn blijft verder inzetten op rekrutering en de verhoging van het aantal inzetbare voertuigen. In 2025 worden er ook ongeveer 200 nieuwe elektrische bussen geleverd en dankzij een extra investering van 400 miljoen euro zal De Lijn volgend jaar ook extra bussen kunnen bestellen. Maar deze ingrepen hebben tijd nodig en zullen de komende jaren pas hun vruchten afwerpen.
Daarom gaan we een aantal aanpassingen doen die de betrouwbaarheid van onze dienstverlening zullen verbeteren.
Communicatie voor reizigers
Alle aanpassingen zijn vanaf vandaag, 15 november raadpleegbaar op de website en in de app van De Lijn. Reizigers kunnen als ze een datum in januari invullen, via de routeplanner controleren of er wijzigingen zijn in hun reisroute en, of ze nieuwe verplaatsingsmogelijkheden krijgen.
Op de website van De Lijn www.delijn.be/aanpassingen vind je eveneens een overzicht van de wijzigingen per provincie. Er worden ook in de komende weken affiches voorzien aan de betrokken haltes en klanten zullen folders kunnen bestellen met een overzicht van de belangrijkste veranderingen voor hun regio. " (De Lijn)