De openbaarvervoersbedrijven roepen in een nieuwe gemeenschappelijke campagne op tot respect
De Lijn, NMBS, MIVB en de TEC lanceren vandaag een nieuwe campagne om agressie tegen het personeel van het openbaar vervoer een halt toe te roepen. In 2023 telden de vier openbaarvervoersbedrijven 5.598 meldingen van fysieke en verbale agressie tegenover hun medewerkers.
Dat is een gemiddelde van meer dan 15 gevallen per dag. Deze onthutsende cijfers tonen dat het fenomeen helaas zeer actueel is. Een onaanvaardbare situatie, en daarom lanceren de vier operatoren de nieuwe gezamenlijke campagne. Samen roepen ze daarin op tot meer respect ten opzichte van hun medewerkers.
Sophie Dutordoir (CEO NMBS), Brieuc de Meeûs (CEO MIVB), Ann Schoubs (CEO De Lijn), Jean-Michel Soors (CEO de TEC): ”Elke dag opnieuw staan onze medewerkers in het kader van de opdracht van openbare dienst ten dienste van de reizigers. En ze doen dat niet altijd in eenvoudige omstandigheden. Hun werk verdient respect. De agressies waarmee zij echter worden geconfronteerd zijn totaal onaanvaardbaar en veroordelen we met klem. De veiligheid van onze medewerkers is, samen met die van onze reizigers, onze absolute prioriteit. Zelf nemen we al heel wat maatregelen, maar een dergelijk maatschappelijk probleem kunnen we onmogelijk alleen oplossen. Aan de politiediensten vragen we om zichtbaar aanwezig te zijn in en rond de omgeving van het openbaar vervoer, ter ondersteuning van onze eigen veiligheidsdiensten. En bij justitie dringen we er opnieuw op aan om elke vorm van geweldpleging vlug en streng te bestraffen. Alleen zo kunnen we dit stoppen.”
Medewerkers zijn meer dan hun job
In de nieuwe campagne staan twaalf medewerkers van NMBS, MIVB, De Lijn en de TEC centraal. Ze vervoeren de reizigers, informeren hen en waken over hun veiligheid. Maar behalve hun professionele functie, toont de campagne ook wie ze daarnaast zijn. Want buiten hun job zijn deze medewerkers een ouder, grootouder, broer of zus, iemands beste vriend of vriendin, zwemleraar of voetbaltrainer. En het respect dat ze daarvoor krijgen, verdienen ze ook wanneer ze hun job uitoefenen.
De medewerkers in de campagne kregen zelf te maken met verbale of fysieke agressie. Hun getuigenissen maken de trieste realiteit van de cijfers tastbaar.
Gaëlle, trambestuurster bij MIVB: “Het was helemaal in het begin van mijn carrière. Mijn tram stond vast. Nadat de tram enkele minuten stilgestaan had, laaiden de gemoederen hoog op. Eerst ging het om één reiziger, daarna ontstond er een groepseffect. Ik kreeg ongepaste en seksistische opmerkingen naar mijn hoofd geslingerd en een reiziger probeerde de deur naar mijn stuurpost open te forceren. Uiteindelijk besloot ik om in allerijl de deuren te openen om de reizigers te laten uitstappen. De reizigers die zich tegen mij hadden gekeerd, stonden mij op te wachten aan de volgende halte. Ze begonnen stenen tegen mijn voorruit te gooien. Ik kwam in tranen aan bij de eindhalte. Zoiets is nooit aangenaam om mee te maken. Na verloop van tijd leer je om je fysiek en psychologisch te beschermen, maar de steun van collega’s en ondersteunende diensten is essentieel.”
Angiolina, treinbegeleidster bij NMBS: "Een meisje werd lastiggevallen door een groep jongeren in de trein waarop ik dienst had. Ik ging naar hen toe en vroeg hun vervoersbewijs. Geen van hen had een treinticket of een identiteitsdocument. Een van hen begon tegen me te schreeuwen en een andere probeerde mijn kepie af te trekken. Ik raakte helemaal van slag door hun gedrag. Ik belde de veiligheidsdiensten, maar de jongeren zijn uiteindelijk afgestapt voordat de voorziene interventie kon plaatsvinden. Ik hervatte mijn dienst, maar was erg gestresseerd. Ik ga nog steeds elke ochtend met de glimlach naar mijn werk, maar ik wil dit soort situaties niet nog eens meemaken. Zoiets zou niet mogen gebeuren in een vrije en beschaafde samenleving.”
Gemiddeld 15 agressies per dag
Het aantal agressiegevallen is van een onaanvaardbaar hoog niveau. In 2023 waren er maar liefst 5 598 meldingen, voor de vier operatoren samen, ofwel gemiddeld 15 per dag. Het gaat om een stijging van zo’n 1,5% in vergelijking met 2022, wat qua aantal agressies al een triest recordjaar was.
Bij zowat een kwart van de agressies komt fysiek geweld kijken. In alle andere gevallen gaat het om beledigingen of bedreigingen. Maar om welke agressie het ook gaat, de slachtoffers komen er nooit ongeschonden uit. Het laat in ieder geval een sterke indruk na op de medewerkers. In 2023 waren 892 medewerkers afwezig als gevolg van een agressie, goed voor 27.926 dagen arbeidsongeschiktheid.
Respect, voor medewerkers én regels
De nieuwe campagne is in de eerste plaats een oproep tot respect. Voor de medewerkers, maar ook voor eenvoudige basisregels die reizen met het openbaar vervoer voor iedereen aangenamer maken. Discussies daarover met reizigers die deze regels niet respecteren, liggen dikwijls aan de basis van de agressies.
Een basisregel is dat elke reiziger een geldig vervoersbewijs heeft vóór hij of zij in de trein, tram, bus of metro stapt. De mogelijkheden om een ticket te kopen zijn door alle operatoren de afgelopen jaren sterk uitgebreid, zowel online als aan de automaten. Toch blijft het aantal reizigers dat geen geldig vervoersbewijs heeft, hoog.
Andere gevallen van agressie worden veroorzaakt nadat iemand wordt aangesproken op het veroorzaken van overlast of op het overtreden van enkele regels, zoals fietsen of steppen in een (metro-)station, de voeten op de zetels leggen, afval op de grond laten rondslingeren enz. Nog andere agressies hebben geen directe aanleiding.
Ahmedi, lijncontroleur De Lijn: “Tijdens een routinecontrole op de bus, samen met drie collega's, gaf een persoon herhaaldelijk verkeerde gegevens, wat het voor mijn collega's onmogelijk maakte om hem te identificeren. Plotseling veranderde de stemming van de reiziger en werd hij heel agressief tegen mijn collega's. Ik hoorde een geluid dat duidde op dreigende fysieke agressie en snel kwam ik bij om te helpen. Maar op dat moment leek ik de 'bad cop' omdat ik hielp om de situatie onder controle te krijgen. De agressie richtte zich toen op mij. De reiziger dreigde me met zijn sleutels en zei dat hij me zou slaan. Op zo'n moment moet je koelbloedig blijven, maar wanneer de politie arriveert en de reiziger weg is, dan pas komt de adrenaline en stress echt binnen. Het was zwaar, maar door er met mijn collega's over te praten en te evalueren wat we beter kunnen doen in de toekomst, kon ik het beter verwerken.“
Aurélie, chauffeur bij TEC: “Een klant stapte op zonder vervoersbewijs. Ik vroeg hem om zijn ticket te betalen. Hij weigerde en de situatie escaleerde. Uiteindelijk verliet hij wel het voertuig. Ik reed verder, maar de persoon in kwestie haalde me in, nam een straatsteen en gooide die in mijn richting, tegen de voorruit van de bus. De klap was enorm. Gelukkig kon ik het voertuig zonder verdere schade tot stilstand brengen. Ik was hier erg van onder de indruk.”
Tal van maatregelen
NMBS, MIVB, De Lijn en de TEC nemen heel wat uiteenlopende maatregelen om het fenomeen van agressie te counteren. Zo leren ze hun medewerkers die rechtstreeks in contact staan met de klanten hoe ze snel potentieel conflictueuze situaties kunnen herkennen en hoe ze daarop moeten reageren.
Het aantal medewerkers op het terrein – met een zichtbare aanwezigheid voor de reizigers - is ook uitgebreid. Daarnaast is er een netwerk van tienduizenden bewakingscamera’s, waarvan de beelden ter beschikking kunnen worden gesteld van de politie.
En wie zich niet houdt aan de regels of agressie vertoont, riskeert ook een administratieve boete, die bij recidive kan oplopen tot 500 euro. Voor inbreuken van de zwaarste categorie, zoals fysieke agressie of het verstoren van het treinverkeer, is ook een strafrechtelijke vervolging mogelijk.
Strenge straffen
Maar er is meer nodig. Dit zinloze geweld tegenover mensen in functie is een maatschappelijk probleem, dat zich niet beperkt tot de trein, tram, bus of metro. De vier openbaarvervoersmaatschappijen kunnen dit onmogelijk alleen aanpakken.
Aan politie en justitie vragen NMBS, MIVB, De Lijn en de TEC om elke vorm van agressie waarmee hun personeel geconfronteerd wordt grondig te onderzoeken en de daders vlug en streng te bestraffen. Naast de onmiddellijke psychologische steun die de vier maatschappijen hun medewerkers na elke agressie bieden, staan ze hen ook juridisch bij om bij de politie een klacht in te dienen. Bij justitie maken de ondernemingen zich telkens kenbaar als benadeelde partij en in het geval van een vervolging door het parket stellen ze zich ook burgerlijke partij.
Dossiers die leiden tot een strafrechtelijke vervolging kunnen eindigen in zowel voorwaardelijke als effectieve gevangenisstraffen. De daders van agressief gedrag riskeren ook boetes of werkstraffen. Agressie tegen personeel van openbare diensten wordt bovendien als een verzwarende omstandigheid beschouwd.
Daarnaast blijft een voldoende en zichtbare aanwezigheid van de verschillende politiediensten ter ondersteuning van de eigen veiligheidsdiensten noodzakelijk, en dat zowel in het openbaar vervoer, in de stations en haltes, als de omgeving.
Georges Gilkinet (federaal minister van Mobiliteit), Elke Van den Brandt (Brussels minister van Mobiliteit), Lydia Peeters (Vlaams minister van Mobiliteit), Philippe Henry (Waals minister van Mobiliteit): “Elke medewerker van de openbaarvervoersmaatschappijen speelt een cruciale rol voor onze mobiliteit en dus ook in ons dagelijkse leven. Ze verdienen daarvoor onze erkenning en respect. Op trein, tram, bus en metro of aan je halte: ze onthalen de reizigers en zorgen voor veiligheid, in de eerste plaats van de meest kwetsbaren. Wanneer de medewerkers beschermd zijn, verplaatsen ook reizigers zich in alle rust en veiligheid. Ook zij zijn moeder, vader, zus, broer, buur - simpelweg: mensen die respect verdienen. Wij, ministers van Mobiliteit, staan uitdrukkelijk aan hun zijde. We vooroordelen heel duidelijk iedere vorm van agressie tegen hen. We ondernemen ook systematisch actie: aan agressie moet een einde komen. We versterken de teams op het terrein, zorgen voor betere coördinatie tussen alle diensten, en in het bijzonder met de politiediensten, en voorzien een verzwaring van de straffen van iedereen die hun integriteit schendt. We willen een duidelijk signaal geven: elk geval van agressie is er één te veel. Dit zal systematisch worden opgevolgd, met gerechtelijke stappen tegen de daders en steun aan slachtoffers. Geweld tolereren we nooit.”
Paul Van Tigchelt, Vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee: “Geweld tegen medewerkers van het openbaar vervoer is onaanvaardbaar. Als samenleving willen we terecht dat hier streng tegen opgetreden wordt. Daarom hebben we een nieuwe wet ingevoerd die strengere straffen oplegt voor geweld gepleegd tegen onder andere treinbegeleiders, buschauffeurs en lijncontroleurs. Als geweld tegen hen wordt gepleegd, volgt strafverzwaring. Bijvoorbeeld feiten die doorgaans 1 tot 3 jaar celstraf opleveren, worden dan bestraft met 3 tot 5 jaar. Dit is een duidelijk signaal naar geweldplegers. Het parket vervolgt deze feiten streng, maar botst vaak op moeilijkheden zoals gebrekkige bewijslast of een onbekende dader. Daarom roep ik iedereen op om altijd de politie te contacteren, klacht in te dienen en alle bewijsmateriaal, zoals camerabeelden, aan hen over te maken.”
Annelies Verlinden, federaal minister van Binnenlandse Zaken: “We mogen en zullen nooit aanvaarden dat de mensen die elke dag ten dienste staan van onze inwoners, beledigd, beschimpt of geslagen worden tijdens het uitoefenen van hun job. Integendeel, deze mensen verdienen onze waardering en respect. Ik wil alle bus- en tramchauffeur, treinbegeleiders, lijncontroleurs, stationsmedewerkers en al het veiligheidspersoneel van onze openbare vervoersmaatschappijen daarom oproepen om aangifte te doen als ze slachtoffer worden van agressie, zodat de daders kunnen worden bestraft. Daarnaast heb ik ook enkele belangrijke maatregelen genomen om de veiligheid en de leefbaarheid in en rond alle stationsbuurten in het hele land te verbeteren. Zo investeren we extra middelen in de veiligheid van onze stations. Met de verdere uitbouw van een nationaal cameranetwerk maken we het mogelijk dat alle beelden van de camera’s van de NMBS in en rond de stations in real time met de Federale Politie en alle lokale politiezones worden gedeeld. Hierdoor zullen de politiediensten digitale patrouilles kunnen uitvoeren, en op die manier ook onmiddellijk ter plaatse te zijn op het terrein daar waar de politieploegen het meest nodig zijn. Daarnaast blijven we ook investeren in een nabije, zichtbare en aanspreekbare lokale politie in het hele land. Onze wijkinspecteurs zijn immers de ogen en oren op onze straten en pleinen. Door hun aanwezigheid, zichtbaarheid en aanspreekbaarheid spelen deze inspecteurs een belangrijke preventieve functie. Wederzijds respect is geen hol begrip, maar een ideaal dat we in onze maatschappij elke dag samen moeten nastreven.”